Zou je als oefening een open brief aan je nieuwe collega’s willen schrijven?
De deelnemers van de workshop Werk en Gehoorverlies kregen deze opdracht. Hieronder kun je lezen hoe ze elk op een unieke manier deze vraag hebben beantwoord. Het zijn bijzondere brieven die als voorbeeld kunnen dienen voor een eigen “open brief”, maar waar ook handige tips in staan over hoe jij en je collega’s het beste om kunnen gaan met gehoorverlies.
Beste collega’s,
Zoals jullie en onze klanten inmiddels hebben kunnen vaststellen, heb ik moeite met horen, en draag ik mijn gehoorapparaten helaas niet voor de lol.
De oorzaak ligt in het feit dat ik last heb van tinnitus, een constante ruis of zoemtoon van binnen uit, waardoor ik slecht kan horen en jullie vaak niet goed kan verstaan. Verder heb ik vooral moeite heb met de beginletters van bepaalde namen. Maar ik geef de moed niet op en samen met jullie ben ik bezig dit ongemak voor jullie en voor onze klanten terug te dringen.
Ik heb inmiddels diverse bezoeken aan het Audiologisch centrum Kentalis achter de rug, heb mijn gehoorapparaten maximaal opnieuw laten inregelen en ben bezig info te verzamelen voor gehoorondersteuning tijdens het voor ons zo belangrijke telefonische contact met onze klanten.
Tevens neem ik deel aan deze workshop, om daarna mijn keuze voor bovengenoemde gehoorondersteuning goed onderbouwd te kunnen maken.
Met onze gezamenlijke ondersteuning, waarbij ik jullie collegiale houding zeer waardeer, moet het mogelijk zijn om op een acceptabele manier binnen onze organisatie te functioneren.
Als ik van mijn kant ook nog beter mijn best ga doen om behalve goed te horen ook goed te luisteren, dan moet het in orde komen.
Met vriendelijke groet,
Hans
Beste collega’s,
Met de meesten van jullie werk ik al een aantal jaren samen, maar ik heb slechts aan enkelen van jullie verteld dat ik slechthorend ben. Jullie hebben het van andere collega’s gehoord of weten het misschien nog helemaal niet! De communicatie verloopt over het algemeen wel goed, maar ik kan me voorstellen dat het voor jullie lastig is om in te schatten wat ik wel en niet versta. Misschien heb je me een keer gegroet in de keuken, terwijl je achter me stond en kreeg je geen reactie waardoor je dacht dat ik arrogant ben. Misschien begrijp je niet goed waarom ik me wat afzijdig houd als er een collega jarig is. Ik schrijf jullie deze brief om jullie een ‘gebruiksaanwijzing Omgaan met Renske’ te geven. De volgende dingen zijn belangrijk voor jullie om te weten:
Ik hoop dat jullie nu een duidelijker beeld hebben van hoe het is om slechthorend te zijn en wat ik wel en niet hoor!
Renske
Lieve collega’s,
Als jullie nieuwe collega wil ik me even voorstellen:
Mijn naam is Carla, ben sinds 2003 gescheiden. Ik heb twee kinderen: een zoon van 36 en een dochter van 34 jaar. Mijn dochter is moeder van een meisje van 2 jaar. Beide kinderen zijn getrouwd. Zelf woon ik alleen met een kat, zijn naam is Mako.
Sinds 10 jaar ben ik slechthorend aan beide oren en draag daarvoor hoortoestellen. Het verstaan gaat redelijk, maar op afstand en in groepen lukt het niet goed. Dus als ik niet reageer heb ik je niet gehoord. Het helpt als je eerst mijn naam zegt; dan gaat mijn aandacht naar jou. Het is een lastige kwaal en ik vraag jullie geduld en begrip hiervoor.
Hartelijk dank en ik zal me inspannen voor een fijne samenwerking,
Carla
Beste nieuwe collega,
Ik heb een gehoorbeschadiging. Hoe het gekomen is weet ik niet precies, een ontsteking die ik genegeerd heb, te luide geluiden of muziek, het kan allemaal.
Mijn rechteroor doet het niet echt meer. Het suist en áls ik er iets mee hoor, dan is het vervormd. Als een kapotte luidspeaker. Als je aan de rechterkant probeert te praten, klink je als een boze Daffy Duck. Ik hoor geen lage tonen en door de verhoging in je stem voelt het voor mij alsof je boos bent.
Mijn linkeroor doet het wel goed. Ik zal dus in een gesprek dat oor altijd naar voren toe draaien. Daardoor kijk ik je soms wat schuin aan. In een groep praten is voor mij moeilijk. Ik probeer zo gunstig mogelijk te gaan zitten, in een hoek van de ruimte, met mijn rechteroor tegen de muur aan. Het liefst heb ik maar één gesprek tegelijkertijd in de ruimte. Meer tegelijkertijd versta ik niet en gaat ten koste van ons gesprek. Ik heb sowieso last van bijgeluiden (ritselen van snoeppapier, fluiten, hummen enz.), die kan ik niet plaatsen. Ik ben mijn richtingsgevoel kwijt met horen en weet dus niet waar het geluid vandaan komt. De bijgeluiden lijken wel harder binnen te komen als bij een ander. Bijvoorbeeld: het opruimen van kopjes in een restaurant vindt iedereen een naar geluid. Maar ik versta niets meer, mijn oren lijken een soort van dicht te ploppen, ik word er chagrijnig en boos van en kan mij niet meer concentreren. Na een tijdje ben ik kapot-moe en heb ik barstende hoofdpijn.
Ik probeer dat te voorkomen door rust te nemen. Ik doe de deur van mijn werkplaats dicht of zet mijn koptelefoon op. Als ik dat doe, kan ik er later weer tegen. Soms doe ik dit ook als een collega in de buurt is. Ik vind dit sociaal eigenlijk niet kunnen, maar ik moet aan mezelf denken.
Soms vraag ik je om iets te herhalen. Het is dan voor mij het makkelijkste als je dezelfde woorden herhaalt en geen synoniemen, anders versta ik twee keer de zin niet.
Ik vind het ingewikkeld om op deze manier aandacht te vragen, maar het is niet anders. Ik hoop dat je rekening met mij kunt en wilt houden. Alvast heel erg bedankt.
Vriendelijke groet, Paul
Veel dank aan alle deelnemers voor het delen van hun mooie brieven!
Geen reacties